Nieuwe hypotheeknormen veranderen jouw kansen

De hypotheekmarkt verandert de hele tijd, maar de aanpassingen die in 2025 worden doorgevoerd in de leen- en energienormen vallen op. De overheid heeft besloten dat het energielabel van een woning een nog grotere rol gaat spelen bij het bepalen van de maximale hypotheek. Hierdoor krijgen kopers van energiezuinige woningen meer leenruimte, terwijl kopers van minder duurzame woningen juist minder kunnen lenen. Deze koers past binnen het plan van de overheid om wonen steeds duurzamer te maken.

In deze blog leg ik uit wat deze verandering betekent, hoe ik hier als adviseur naar kijk en vooral welke gevolgen dit heeft voor jou als klant.

Wat verandert er in 2025?

Vanaf 2025 mag er meer worden geleend voor woningen met een goed energielabel (A of hoger). Deze woningen zijn zuiniger en zorgen daarmee voor lagere maandlasten voor de bewoners. Andersom wordt de leenruimte minder voor woningen met een lager energielabel (E, F of G). Verder wordt het strenger gecontroleerd welke verduurzamingsmaatregelen mogen worden meegefinancierd.

Ook verwachten economen dat de hypotheekrentes licht kunnen stijgen, wat het belang van een goed aankoopmoment nog groter maakt.

Mijn visie als adviseur

Duurzaamheid wordt steeds belangrijker en ik zie dat als iets positiefs. Een energiezuinige woning levert niet alleen lagere energiekosten op, maar ook fijner wonen en een stabielere waarde in de toekomst. Dat klanten hiervoor meer leenruimte krijgen, vind ik eerlijk en toekomstgericht.

Ook zijn er aandachtspunten. Veel starters of klanten met een kleiner budget kijken vaak naar oudere woningen, die meestal een lager energielabel hebben. Door de strengere leennormen kan het voor deze groep moeilijker worden om hun eerste woning te kopen. Voor veel klanten betekent dit dat hun hypotheekberekening er ineens anders uitziet dan ze hadden verwacht. In de praktijk zie ik bijvoorbeeld dat sommige starters opeens wél een energiezuinige nieuwbouwwoning kunnen kopen, terwijl anderen juist creatiever moeten kijken naar goedkopere huizen in combinatie met verduurzaming.

Als adviseur vind ik het daarom belangrijk om verder te kijken dan het maximale leenbedrag. Ik wil klanten meenemen in verschillende opties die er zijn. In mijn adviespraktijk zou ik samen met klanten doorrekenen wat verduurzaming oplevert. Namelijk hoeveel scheelt isolatie in maandlasten, hoe verandert je financiële situatie bij een woning met label C vs. label A, en welke subsidies of energiebespaarleningen zijn beschikbaar? Door dit concreet te maken wordt duidelijk welke keuze écht bij hun situatie past.

Wat betekent dit voor jou als klant?

De nieuwe regels kunnen verschillende gevolgen hebben:

Meer leenruimte bij duurzame woningen:

Hierdoor kunnen sommige klanten binnen hun budget een kwalitatief betere, energiezuinigere woning kopen.

Minder leenruimte bij woningen met een slecht label:

Dit kan betekenen dat je naar een lagere prijsklasse moet kijken, maar het opent ook mogelijkheden: zulke woningen zijn vaak goedkoper en kunnen met een goed verduurzamingsplan alsnog een slimme, waardevaste investering worden.

Lagere maandlasten door verduurzaming:

Een duurzame woning verbruikt minder energie, waardoor je op de lange termijn meer financiële ruimte hebt.

Goede timing:

Door renteontwikkelingen en nieuwe subsidieregelingen kan een paar maanden verschil maken in totale woonlasten.

Daarom adviseer ik klanten altijd om naar het volledige financiële plaatje te kijken, niet alleen wat je nu mag lenen, maar ook hoe alles eruit ziet na een langere tijd.

De nieuwe hypotheekregels laten zien dat duurzaamheid steeds meer te maken krijgt met financieel advies. Volgens mij is dat een goede ontwikkeling mits klanten duidelijke, eerlijke en persoonlijke begeleiding krijgen. Dus de nieuwe leennormen zijn geen beperking maar een kans, zolang je begrijpt hoe je ze kunt gebruiken. Door transparant advies, inzicht in jouw woonlasten en aandacht voor verduurzaming ontstaat er een financieel plan dat niet alleen werkt voor vandaag, maar ook voor de toekomst.